Headshot! Ultrakill! Monsterkill! Onder mijn alias reeg ik de digitale lijken aaneen. Met een uitmuntende kill/death ratio zorgde ik voor menig woede-uitbarsting onder mijn concurrenten. Zodoende werd ik de tijdelijke heerser van zowel de_dust als de_dust2. Het kostte heel wat uurtjes om in deze betekenisloze positie te komen, en dat was geen enkel probleem. Eigenlijk had ik op school moeten zitten. Maar ik maakte er een ware sport van om daar (met een overduidelijke kutsmoes en nephandtekening) onderuit te komen. Daardoor kon ik mooi achter mijn pc kruipen voor een langdurige gamesessie, te beginnen met wat potjes Counter-Strike. Ontbijt had ik overgeslagen, evenals lunch. Trek had ik toch niet. Iemand kan zo bizar intens in een activiteit opgaan. Zeeën van tijd die ongemerkt voorbij gaat. Het innerlijk dat helemaal stil wordt. Lichamelijke of geestelijke behoeften die compleet verdoofd raken. Ik kon er niet meer omheen. Voor mij was online gaming de activiteit die me in een diepgaande roes bracht.
In alle slapheid ervoer ik de ware kracht van de geest. Mede door mijn ‘alles of niets’ mentaliteit werd (online) gamen mijn voornaamste tijdverdrijf. Strategiegames, simulatiegames, first-persoon shooters of een mix van genres: ik verslond ze allemaal. Het was iets waarin ik een stukje tactiek, (ruimtelijk) inzicht en creativiteit in kwijt kon. Op servers kon ik niet alleen samenspelen met anderen; ze waren tevens een chatroom waarin ik mijn ware gedachten kon uiten. In (online) games kon ik specifieke rollen vervullen, door open werelden rondzwerven, voertuigen besturen, samenwerken, experimenteren. Met de kennis van nu bleek het een voorbode van wat nog zou komen. In alle jeugdigheid was ik zo onwetend over mijn onontdekte drijfveren, onvervulde verlangens en ongebruikte talenten. Diep van binnen keek mijn onderdrukte ‘zelf’ uit naar risico’s nemen, avontuurlijke fratsen uithalen, ontdekkingen doen, onvoorspelbaarheid. Maar als gesloten tiener was ik onmachtig om het waar te maken. Ik wist niet wat ik met mezelf aan moest. Dat ik een vat vol innerlijk conflict en onzekerheid was frustreerde me enorm, evenals de levensfase waarin ik zat. Tegen wil en dank was ik nog een scholier. Tienerlijk gekloot van zowel mezelf als anderen, ik had er totaal geen zin in. Daarom spijbelde ik erop los (om te gamen). Gaandeweg veranderde een onschuldige hobby in een dwangmatige uitlaatklep, gedreven door een sluimerende onvrede waar ik onbewust van was.
Na de nodige uurtjes schermtijd brak het avondeten aan, veelal een maaltijd die ik liever oversloeg. Het was veelal ongemakkelijk en dat had ik voornamelijk aan mezelf te danken. Omdat ik (naar mijn idee) toch niet werd begrepen keerde ik steeds meer in mezelf, wat het (gevoel van) onbegrip, vervreemding en eenzaamheid alleen maar versterkte. Zoals zo vaak zweeg ik als een graf. In stilte schrokte ik alles naar binnen, om daarna weer als een mysterieus spook te verdwijnen. Ik verdween naar mijn kamer, mijn veilige ruimte, de enige plek waar ik nog behoefte aan had. Het was een entree in een grenzeloze fantasiewereld zonder tradities, verwachtingen of culturele belemmeringen. Al dwalend door het onmetelijke internet had ik allerlei wilde dagdromen. Op een dag zou deze aparte vogel zijn vleugels uitslaan om rond te vliegen. Digitale verkenningstochten worden dan ingeruild met langdurige reizen naar allerlei verre uithoeken. Diepe banden worden gesmeed met mensen van allerlei nationaliteiten en achtergronden. Nagebootste avonturen op een scherm veranderen naar avonturen die ik in levende lijve zou ervaren.
Game-over. Al die fantasieën eindigden abrupt toen ik naar mijn bureaublad staarde. Het was al diep in de nacht. De leegte, de stilte, iets voelde niet goed meer. Ik bekeek de statistieken van mijn Steam account en zag een schrikbarend aantal uren onder ogen. Het was kostbare tijd die ik niet in wezenlijke relaties of vaardigheden had gestoken. Heel voorzichtig begon ik me af te vragen of dit geen vluchtgedrag, vicieuze cirkel, verslaving of wat dan ook is. Ik dacht na over het geslonken sociale netwerk, mijn alsmaar verslechterde gemoedstand, de hobby’s die langzaamaan uit mijn leven waren verdwenen. Vluchtig zocht ik naar ‘gameverslaving’ ‘dwangmatig gamen’ en ‘overmatig gamen’, iets wat destijds nog amper erkend of onderzocht was. Na wat geklik op een paar websites wuifde ik mijn confronterende stroom aan gedachten weer weg. In alle ontkenning smeet ik de voorzichtige deuropening weer dicht. Overdrijf niet zo. Er zijn zoveel tienerjongens die veel gamen, nou en.
De deur ging weer op een kier. Ik vergeleek mijn zelfopgelegde luxeprobleem met de kansarme situatie van anderen. Stelselmatige onderdrukte mensen, mensen in extreme armoede, mensen met ongeneesbare ziektes of zij die worden vervolgd omdat ze een bepaalde seksuele geaardheid of politieke opvatting hebben. Vele miljoenen mensen smachten naar elk kansje, grijpen ze dankbaar aan. En ik? Onmachtig verkwansel ik allerlei mogelijkheden waarvan zij alleen maar kunnen dromen. Wat ben ik toch een zwakjanus. Of misschien ben ik wel een voorloper van de kudde, bedacht ik me opeens. Misschien ervaar ik slechts een voorproefje van wat nog komen gaat. Wellicht wordt dit een maatschappij waarin het gros teveel waarde hecht aan een digitale nepwereld. Een waarin hersenloos (leed)vermaak, overvloedige non-informatie, onverschillige passiviteit, eenzijdige beeldvorming en impulsieve keuzes de dienst gaan uitmaken. Een waarin hele volksstammen wild scrollend rondslenteren en vooral via vluchtige chatberichtjes communiceren. Een waarin aandacht net zo snel verdwijnt als een blok ijs in de Sahara. Haastig geleefd worden door zelf-beperkend gewoontegedrag en misleidende realiteiten, wat een oppervlakkig scenario. Wie weet komt het op een dag allemaal uit. Maar wat weet ik nou als nerdige tiener zijnde. Met die zelfhatelijke conclusie sloot ik zowel letterlijk als figuurlijk mijn ogen. Het was tijd voor een veel te korte nachtrust, ik had het namelijk heel druk met niets.
Misschien wordt het maar eens tijd voor spelletjes en avonturen in de echte wereld, dat zal me ongetwijfeld goed doen.
> Klik hier voor het totaaloverzicht als dit verhaal naar meer smaakt <