15. Verzameling van bonte figuren

Stijve spieren, gloeiende koppijn, opgezwollen aderen. De ontwaking was pijnlijk, verwarrend en vermoeiend. Zonder besef van plaats of tijd bleef ik roerloos liggen. Ik lag lekker in mijn hoofd tollen en na talloze rondjes was het feestje echt voorbij. Misselijk sprong ik uit bed om als een olifant door de gang te stormen. Ik smeet de deur van het toilet open en dook omlaag. Door al het gehaast schoot half verteerde kebab in mijn neusholte. Rillend slikte ik de warme klonten kots weer in. Op mijn knietjes smeekte ik om vergeving, smachtte ik naar verlossing van alle overdaad en zondes. Het was te weinig, het was te laat. Dit emmertje moest helemaal leeg, de kop bleef in de pot hangen. Door alle herrie stopte het gesnurk vanuit de naastgelegen wc. Na wat onverstaanbaar gemompel slenterde hij weg. In alle rust werkte ik aan mijn herstel, net zolang totdat de leegloop van braaksel, pis, zweet en diarree voorbij was. Vol afgrijzen keek ik in de spiegel naar een wit bleek spook, vervolgens tikte ik wat kraanwater weg. Al vloekend en jammerend liep ik naar buiten voor wat frisse lucht. Oh ja, de schade van de vorige avond. Ik stond erbij en keek ernaar. Overal lagen kapot geknepen blikken bier, doppen, flessen drank, peuken, pakken wijn, kruimels, glasscherven, kapotgescheurde pizzadozen en lege zakken chips. Vuilnisbakken puilden uit, meubels waren besmeurd, de keuken liep bijna vanzelf weg en de vloer plakte als een pritstift. Tussen alle troep lagen een paar mensen als standbeelden in de meest onmogelijke posities. Ernaar kijken deed al zeer. Op dat moment liep een van de schoonmakers achter me langs. Zoals zo vaak ging hij compleet uit zijn dak. Zijn woede-uitbarstingen werden een vermakelijke vaste prik in de ochtenden. Ik ging er eens goed voor zitten, want een goed begin is het halve werk. En een dag niet gelachen is een dag niet geleefd.

Door de kater en de ineen gevallen puzzelstukjes verstomde het gelach. Belofte maakt schuld: wie A zegt, moet ook B zeggen. Op een gemoedelijke vrijdagavond is een toezegging snel gemaakt, zeker als je dronken bent en iemand wel mag. Tien uur later overheerste de spijt. Had gewoon nee gezegd, sukkel. Nu zit je opgescheept met zelfopgelegde verplichtingen en verantwoordelijkheden. Niet van een vuilnisbelt of plaats delict, maar van een apart hostel. Een uitgeleefde plek van ‘alles-of-niets’ was tevens mijn thuis was. Juist daarom kreeg ik mijn bedenkingen. Ik wist dondersgoed wat me te wachten stond in deze slecht gerunde, aflopende zaak. Door het gebrek aan hekken of camera’s kan iedereen naar binnen lopen – en doet dat ook. Feitelijk dient het aftandse pand ook als buurthal, daklozenopvang en hangplek. Het trekt een kleurrijk zooitje (tweederangs)burgers aan. Ze moeten toch ergens heen, al die backpackers, zwervers, migranten, alcoholisten, lijmsnuivers, verveelde locals, mafketels, ex-gedetineerden en langeafstandsfietsers of –wandelaars. Alle kleuren, leeftijden, afkomsten en afmetingen kwamen door de draaideur. Ik keek nergens meer van op, het werd normaal. Gaandeweg ontstond een intense haat-liefdeverhouding die het kookpunt zou bereiken.

Zover was het nog niet. Eerst moest ik een dagje betalingen verwerken, kamers verdelen, gasten rondleiden, administratie bijhouden en telefoontjes beantwoorden. Na een kort dutje had ik wel zin in deze wisseling van de wacht. Een van de vele inmiddels. Wonderbaarlijk genoeg bleef de tent altijd draaiende op een of andere manier. Daarom had ik er (ondanks mijn gebrek aan training of ervaring) wel vertrouwen in. Bovendien had ik de hulplijnen nog als er écht stront aan de knikker was. Drie telefoonnummers van de oud-manager, invalmanager en eigenaresse, dat moet voldoende zijn. Dacht ik. De taken klonken dusdanig simpel dat ik de korte uitleg aanhoorde, ja en amen zei, een blik bier opentrok en wegliep. Daarmee riep ik het noodlot over mezelf af. Natuurlijk werd het veel drukker dan verwacht. Alles liep in de soep. Mensen kwamen met (voor mij) onbeantwoordbare vragen, niet-naloopbare betalingen of onvervulbare verzoeken. Data nalopen ging niet, wat de werkzaamheden veel onpraktischer maakte. Urenlang belde ik mijn redders in nood op, maar niemand die opnam of terugbelde. Ondertussen stapelde het werk zich op, en door mijn papieren houtje-touwtje administratie verloor ik het overzicht. Gasten belandden in verkeerde of (nog gênanter) bezette kamers. Ik stond voor joker en vrat mezelf op: had nou maar doorgevraagd toen het kon. Eindelijk werd ik teruggebeld. Het was de eigenaresse die doodleuk beweerde dat ik ‘nooit opnam’. Huh? Ze negeerde mijn wederwoord en klaagde erop los. Met ingeslikte irritatie hoorde ik de verwijten aan. Lekker makkelijk afgeven terwijl ze haar dagomzet had gemist zonder mijn bereidwilligheid. Ik ben niet eens een werknemer maar een leek. Nota bene een van haar gasten die haar tent draaiende houdt. Iemand een grote bek geven en als eindverantwoordelijke zelf verzaken, ongelofelijk. Zoals zo vaak was het de wereld op zijn kop.

Ik voelde me een stuk beter toen een flirterige cougar incheckte. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en na werktijd knoopte ik een gesprek aan. Ze had diep in het glaasje gekeken en was daardoor moeilijk te volgen. Onze aandacht versprong naar anderen en ik ging ergens anders zitten. Later ging ik naar een beruchte discotheek met een groepje zuiplappen. Een uurtje was meer dan genoeg in die opgefokte tent. Bij terugkomst stond iemand vaag te doen op de binnenplaats. De onvoorspelbare vreemdeling was overduidelijk onder invloed van iets. Na voorzichtige en geduldige pogingen om hem weg te krijgen vertrok hij eindelijk. Gepikeerd ging ik naar bed, moe van dit soort gezeik. In mijn kamer lag de MILF in mijn bed, een kamergenoot in haar bed. Zijn lege bed leek besmet met bepaalde lichaamssappen. Een van onze kamergenoten was nog wakker en merkte mijn vertwijfeling op. ‘Het is zoals het lijkt. Wees blij dat je weg was’. Juist. Tegen beter weten in liep ik naar de lounge om op een bank te slapen, maar zoals verwacht was de deur geblokkeerd. De lustkamer was weer in bedrijf. Godverdomme, altijd weer hetzelfde liedje. Ik was een fan van gezamenlijk wonen: gezelliger, goedkoper, spullen delen, efficiënter omgaan met o.a. transport en energie. Alle voordelen die ik zag waren in een klap weg. Er knapte iets en een prangende gedachte kwam in me op:

Vroeg of laat keer ik deze soap de rug toe en loop ik zwijgend weg

> Klik hier voor het totaaloverzicht als dit verhaal naar meer smaakt <

One thought on “15. Verzameling van bonte figuren

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

%d bloggers like this: