Met een slakkengang pakte ik mijn backpack in. Ik was laat voor mijn doen, maar ach. Het zij zo, overhaastige spoed is immers zelden goed. Zoals wel vaker had ik de afgelegen trekkershut voor mezelf. Voeg daar een besneeuwd berglandschap aan toe en het genot is compleet. Rustig aan dus. Ik nam de tijd voor een ontbijtje aan een meer. Opeens doemde aan de horizon een rubberbootje op. Het verrassingsbezoek kwam recht op me af. Ik wachtte hem geduldig op. Eenmaal aangekomen begroette de bestuurder me hartelijk. Ondanks zijn onverzorgde uiterlijk, tengere lichaam en totaal versleten kleding maakte hij een frisse indruk op me. Na wat gebabbel werd ik uitgenodigd om met hem mee te gaan. Hmmm…. De wildvreemde had wat weg van een ondergedoken seriemoordenaar. Toch gaf het onderbuikgevoel groen licht. No worries, let’s go. Mijn vertrouwen werd uitbetaald met een privé boottocht door de ongerepte Zuidelijke Alpen. Na de rit viel vooral zijn onderdak op. Het bleek een oude, afgestoten en toegeëigende wandelhut te zijn. Mijn god, wat een krot. Enkel de boot, kettingzaag, generator, satelliettelefoon en jachtgeweer waren tiptop in orde. Ook de voorraden voedsel en benzine lagen er verzorgd bij. Voor de rest was alles geïmproviseerd en uitgeleefd. Precies zoals ik verwachtte dus. Ik vroeg me af hoe hij alles in dit godvergeten gebied heeft gekregen. Maar ik was vooral benieuwd naar wat hem drijft om zo geïsoleerd te leven. En hoe het hem lukt om dit jarenlang vol te houden.
Zonder infrastructuur en voorzieningen is het dagelijks leven zwaar, tijdrovend en omslachtig. Iets ‘vanzelfsprekends’ zoals warm blijven wordt een dagtaak. Niet alleen door het vuur gaande te houden, maar bovenal om genoeg brandhout te verzamelen (hij kwam bij de trekkershut polshoogte nemen voor ‘gratis’ hout). Dat dit een keihard bestaan is staat buiten kijf. Er is helemaal niets en niemand. Gelukkig staat hij er niet helemaal moederziels alleen voor. Eens in de zoveel tijd vliegt er een helikopter over. Uitgerekend die dag werden wat voorraden geleverd. Tevens werd van bovenaf de jacht geopend. De piloot en schutter hebben dit overduidelijk vaker gedaan. Slechts twee toeschouwers zagen een spectaculaire luchtshow. Drie hertenkadavers onder een vliegende schutterspost, wauw. Kom dat zien, kom dat zien! De buit was binnen, maar de klus nog niet geklaard. Na de landing trapte een van de bloed sputterende dieren wild om zich heen. Door middel van een hoofdschot werd hij uit zijn lijden verlost. Ik stond erbij en keek ernaar. Lekker, zo’n een uiteengespatte hersenpan. Dit is godnondeju een stuk minder gelikt als in de spelletjes die ik speelde. Na die koppenknaller vertrokken ze richting de bewoonde wereld om het vlees te verpatsen. De werkloze armoedzaaiers kregen niets. Geen probleem. Het meer zit vol verse vis. Onze vangst was prima te nassen. Mijn trek had het ranzige tafereel doorstaan, je moet toch iets eten.
Na de schranspartij bood ik hem een luisterend oor aan. Daar maakte hij dankbaar gebruik van. Dat hij helemaal klaar was met de maatschappij was zo klaar als een klontje. Tussen neus en lippen door had hij al wat scherpzinnige opmerkingen gemaakt. Tijdens het uitbuiken verteerde ik naast de avondmaal ook zijn (filosofische) gedachtegoed. Urenlang ging het alleen maar over de buitenwereld – en dan vooral over wat er allemaal mis mee is. Naar mijn idee ontbrak een essentieel hoofdstuk van het verhaal: zichzelf. Over zijn acties en proces werd geen woord gerept. Heel apart. Niemand gooit zomaar het roer radicaal om. Wat is nou het verhaal? Welke (reeks van) gebeurtenissen gaven de doorslag? Is hij ooit ernstig bedrogen of verstoten? Heeft hij dierbaren verloren? Bepaalde levenservaringen verdrongen? Meermalen probeerde ik (in)direct wat achtergrondinformatie los te weken. Nee. Toegang geweigerd. De vuile was werd niet buiten opgehangen. En daarmee bleef naast een vies luchtje ook een mysterieuze aura om hem hangen.
Alleen middenin de natuur leven is een geromantiseerd jongensboek. Puur maar genadeloos. Je moet het echt willen en kunnen. Zijn volharding, improvisatievermogen en zucht naar simpliciteit zijn bewonderingswaardig. Petje af hoor. Toch was het een ironische situatie. Er was geen passie, geen overtuiging, geen uitgesproken voldoening. Als je goed luisterde was het vrij nihilistische optelsom zonder uitkomst. Het leek alsof hij niet meer helemaal achter zijn keuze stond. Jarenlang worstelde ik met zelfconflict, afschuif- en vluchtgedrag, en dat meende ik in hem te herkennen. Misschien was hij tot inkeer gekomen dat dit ‘het’ niet was terwijl hij geen kant meer op kon. Simpelweg te vervreemd, te verwilderd, te ‘ver’ gegaan. Onderaan de streep afhankelijk blijven van de zo verguisde maatschappij is dan een ongemakkelijk gegeven. Zelfs met minimale interactie en middelen is er geen ontkomen aan. Dat lukt alleen de meest geïsoleerde inboorlingen of survivalexperts, verder helemaal niemand. Hij blijft een gebruiker van de almachtige Dollar, moderne technologie en hulp van buitenaf. Het is gebruiken zonder leveren, nemen zonder bijdragen, afgeven zonder oplossen. Maargoed. Ieder zo zijn ding, hij doet verder niemand kwaad. De boodschap was echter kraakhelder: dit gaat mij te ver. Dit voelt als een schijn-onafhankelijk die een aantal onpraktische stappen terug is. De spreekwoordelijke druppel viel door het lekkende dak. Ik moest continue hozen om droog te blijven. Tocht, kou, bijtende zandvliegen, stank, jeuk. Holbewoners lagen er niet veel oncomfortabeler bij. Oké. Bij nader inzien kies ik toch liever voor de ‘moderniteit’ en diens zelfopgelegde sores. Met die conclusie kroop ik in mijn (door onderbetaalde Chinezen) gemaakte slaapzak. Morgen weer een dag om door te komen. Ditmaal niet in het ‘normale’ sociaal-maatschappelijke oerwoud, maar in de dictatuur der natuur. Kies wat en maak er het beste van, je moet toch wat.
Waar je ook bent, er is geen ontkomen aan bepaalde aspecten van het mensenleven.
> Klik hier voor het totaaloverzicht als dit verhaal naar meer smaakt <