32. Remsporen achterlaten en afvinken

Om middernacht strompelde ik uit bed. Kom op, wakker worden. Geeuwend trokken we voor het goede doel de duisternis in. De nobele zaak? Vanaf een tempel de zonsopkomst over een met tempels bezaaide vallei bekijken. Strak plan. Al fietsende zochten we naar een verlaten en afgelegen tempel. In deze zee van tempels moest dat te doen zijn. Althans, in theorie dan. Feitelijk zagen we door de bomen het bos niet meer, als we überhaupt wat zagen. Niet getreurd. De aanhouder wint, en zo geschiedde. Na wat extra kilometers (om)rijden vonden we een prachtexemplaar. Echt eentje volgens het boekje, en dat zonder te lezen. We gingen het dak op om er eens goed voor te zitten. De kraakheldere sterrenhemel was veelbelovend. Speciale plek, machtig uitzicht, bijzondere tijden, leuk gezelschap. De sfeer zat er goed in. Dit kan niet fout gaan, dacht ik logischerwijs nog. Alles leek op een gedenkwaardige dag uit te draaien. Een vol actie, voldoening en verbondenheid. En, wie weet, een die wellicht tot meer leidt met een Canadees mokkel.

Boem! Donderslag bij heldere hemel. Vanuit het niets produceerde mijn darmenzak een verontrustende herrie. Het moment suprême verdampte als gebakken lucht. Ik had nog het ontbijt overgeslagen en een zooi pillen ingenomen. Helaas, geen resultaat. Shit… Niet nu, niet nu! Helaas. Er was geen houden aan. Diarree zorgt voor eenmaal voor stront aan de knikker. Met knikkende knietjes klauterde ik zo snel mogelijk omlaag. Eenmaal beneden kreeg een boom op het tempelcomplex de volle laag. Al hurkende keek ik door mijn benen om de schade te inspecteren. Goede genade. De schaamte droop er vanaf. Dit valt niet meer te bedekken, zeker niet met een spaarzaam handvol met kleine blaadjes. Ik veegde mijn reet ermee af en klom weer omhoog. Zwijgend pakte ik een flesje drinkwater en waste mijn door de bladeren gescheurde vingers af. De ondragelijke stank van de misdaad bleef hangen. Na een gênant lachje verging het lachen haar. Tot aan de zonsopkomst hing een ongemakkelijke stilte in de lucht. Opeens werd deze verbroken door een schreeuw.

 ‘’Hey, jij daar! Kom naar beneden, nu!’’

Koude rillingen gingen door mijn lijf. Oh oh. Nu hangen we. Terwijl ik naar beneden ging schoten beelden van Locked Up Abroad door mijn hoofd. Uit angst voor gedoe poepte ik zowat in mijn broek. Oog in oog met het tengere mannetje zette ik me schrap voor een tirade. Hopelijk blijft het daarbij. In een overbevolkt celletje continue in elkaar gestompt worden, dat zag ik niet echt zitten.

‘’Je mag deze pagoda niet beklimmen.’’

‘’Oh, sorry meneer. Het spijt ons. We dachten dat het mocht’’

* Met een boze blik wijst hij naar een verbodsbord. Ik keek ernaar met een pokerface.

‘’Niet gezien in het donker’’, zei ik zonder overtuigingskracht.

‘’Wegwezen. Anders haal ik de politie erbij’’

 ‘’Asjeblieft niet. We gaan al.’’

Diep van binnen wou ik mijn onfatsoenlijke wildpoepsessie opbiechten. Als kersverse tempel-poeper had ik er echter de ballen niet voor. Gaan, gauw. Uit beleefdheid gaf ik hem geen besmette hand – dat zou nogal een klap onder de gordel zijn. Met de staart tussen de benen vluchtte ik naar het toeristendorp. Eenmaal in Bagan gingen we op in de anonimiteit van het massatoerisme. We verloren elkaar in de menigte. Samen uit, alleen thuis. Verlaten en verslagen kroop ik op bed. Na een dutje was het schuldgevoel grotendeels gezakt. Ah joh. Het was overmacht, het zij zo. Gedane zaken nemen geen keer, laat de tweede ronde beginnen. In mijn uppie had ik meer oog voor de historische pracht en praal. Dik verdiend, die aandacht. Wat een bijzondere plek zeg. Toen én nu. Duizend jaar na dato zag ik het dagelijks leven van vervlogen tijden helemaal voor me. Kijk goed en aanschouw de familieruzies en feestjes, verplichtingen en verwachtingen, verliefde koppeltjes en strijdende groepen. Open je ogen en bekijk alle tradities en ceremonies, hiërarchieën en rolverdelingen. Te midden in het commerciële circus der moderniteit was mijn beeldvorming kraakhelder. De simpliciteit en het mysterie van dit alles. Zo menselijk. Zo levendig. Zo herkenbaar, bovendien.

Vlak voor zonsondergang zat ik wederom op een tempel. Ditmaal legaal en een heleboel rusteloze buitenlanders. Sluiters en kreten van talloze talen vormden het orkest. Weg kalmte, weg magie. Met een glimlach keek ik naar de overvloedige selfie-sticks en geforceerde poses. Eigenlijk was dat samenspel van internationaal voetvolk veel boeiender dan een doorsnee ster in een doorsnee sterrenstelsel. Prachtig, die lekker aangedikte contrasten tussen culturen, persoonlijkheden en tijdsgeesten. Wat een apart tijdperk is dit toch, dacht ik nog. Voorheen ondenkbare mogelijkheden zijn nu zo toegankelijk voor Jan Modaal. Voor een prikkie van hot naar her vliegen en voor een dubbeltje op de voorste rang (willen) zitten. Mazzelpikkies. Hey, geef de miljoenen Westerse backpackers eens ongelijk. Lekker je dromen najagen en verlangens vervullen. Levenservaringen opdoen, daarvan leren en genieten. Doen! Doen voordat het ‘echte leven’ je bij de strot grijpt en al het leven eruit knijpt. Dus: afvinken en door naar de volgende hippe bestemming. Gaan, gaan, gaan. #Yolo, #LivingTheDream, #Wanderlust, #No9to5, #ChasingTheAuthentic. Wees een rasechte ervaringsjager, pak wat je pakken kan. En schijt vooral de boel onder als de nood hoog is. Moet kunnen. Morgen ben je toch met de noorderzon verdwenen. Been there, done that, seen it ‘all’. Medeschuldig? Whatever. Doei.

Massa’s rusteloze sensatiezoekers, herriemakers en wildpoepers op je dak hebben; lang niet iedereen zit op de globale shit-show te wachten.

> Klik hier voor het totaaloverzicht als dit verhaal naar meer smaakt <

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

%d bloggers like this: