42. Drie psychonauten op ontdekkingstocht

Met een lichte kater kroop ik uit mijn tent. Ik krabbelde overeind en zag het laatste misbruik onder ogen. Tering. Wat een bende. Overal lagen lege flesjes bier. Ze waren liefdeloos geconsumeerd en achtergelaten. Al ruftend en geeuwend liet ik het troosteloze tafereel op me inwerken. We hebben het weer geflikt hoor. Wéér geen steek opgeschoten. Ze zeggen dat wijsheid met de jaren komt, maar dat laat nog duidelijk op zich wachten. Rustig een paar biertjes drinken zonder stompzinnig gedoe. Nee, zelfs dát was teveel gevraagd. Voor je het weet zie je debiele dansjes, vliegen stoelen door de lucht en floepen politiek-incorrecte grappen eruit. Maargoed. Nieuwe dag, nieuwe kansen. Mijn twee mede misdadigers ontwaakten uit hun coma. Niet veel later werden nieuwe flesjes geopend. Goed zo, een goed begin is het halve werk. Laten we maar gelijk doorpakken dan. Ja, laten we dit doen!

Ik trakteerde iedereen op een portie Forest Gump. Het doffe gedreun creerde een oase van rust. We hoorden of zagen niemand meer. Zelfs de bedelende meeuwen waren spoorloos verdwenen. Na de ultieme remix was het leuk geweest. Vanuit fatsoen voor de buren verlieten we onze post. Maar de elektronische muziek, die gaat mee. Speakertje aan en gaan met die banaan. Toen we de camping afliepen deden we alsof onze neuzen bloedden. Kansloze missie. Hard gelach verraadde ons niet-nuchtere doen en laten. Na dit opwarmertje werd het strand mijn Waterloo. Zij waren slim genoeg om verkoeling te zoeken. Ik, daarentegen, groef mezelf in als een fanatieke mof. In mijn kuiltje was het hulpeloos ijlen en spartelen geblazen. Ik snapte er he-le-maal niets meer van. Wat restte was zandhappen en hardop bidden om verlossing. Door wie of wat dan ook. Het werkte. Even later gaf een rasechte waterrat twee flessen water. Water, de basis van al het (Aardse) leven. Heerlijk simpel. Waterdragers zijn zo ondergewaardeerd. Broeders… Ga en verspreid het goeds!

Mijn maten renden met open armen de ocean in. De zeegoden hadden geen genade. Ik keek toe hoe ze werden meegesleurd en weggespoeld. Zonder enig verzet gingen ze alsmaar kopje onder. Geen strijd of geploeter, gewoon mee met de stroming. Kijk ze eens genieten. Door hun enthousiasme maakte deze landrot een hoge uitzondering. Een beetje zout of nattigheid kan best. Dus ik stortte mezelf vol goede moed in de golven. Moeder Natuur slokte me op als een kiloknaller. Onder water praatte Ze tegen mij. ‘Ga terug naar de oorsprong. Hier begon het, kom asjeblieft thuis’. Ik kreeg er de bibbers van. Sodemieter op. Praat iemand anders maar vliezen, kieuwen en schubben aan. Er zwemmen al zat rotte vissen rond, laat me lekker een zwerfkat zijn.  Na deze grondige oorwassing liep ik verkleumd de branding uit. Daarna zochten we tussen de keiharde rotsen naar onbekende wezens. Alles was zo zacht. Vloeiende verbindingen, schilderachtige patronen, pure observaties: dit was de intens kleurrijke eenwording met de elementen. Al het tijdsbesef verdween. We verloren onszelf in de wonderen van de werkelijkheid. Dé vondst van onze avontuurlijke jacht was een zandkasteel. Kijk nou toch! Zo zorgvuldig opgebouwd. Zoveel zorg en tijd erin gestoken. De trots die het geeft. Zingeving. Een doel of iets om voor te leven… En toen ramde verandering aan de gammele poorten. Langzaam maar zeker verwoesten de golven het meesterwerk. Straks zijn alle opofferingen en noeste arbeid voor niets geweest. Godverdomme! Dat konden we niet laten gebeuren. Gil, schreeuw, maak wilde gebaren… Doe iets!  

Mijn ‘echte’ banen, Mean Machines en dierbare spaarrekening! Mijn stukgelopen relaties, tweederangs burgerschap en gratis spulletjes! Mijn vergankelijke hebben en houden – alles glipte door mijn vingers. Uit pure onmacht hief ik mijn armen in de lucht. Mijn ego en fragiele wereldje stortte ineen! Oh nee! Neeeeeeee!!!

De rondjes van een doordraaiende wereld hakten erin. Door de verpletterende zwaartekracht stonden we aan de grond genageld. Als stille getuigen keken we naar dansende goden in de hemel. Het leek op een vulkaansuitbarsting, een enorme bosbrand en een verdwaald Noorderlicht in een. Of was dit toch een doorsnee zonsondergang? We hadden hoe dan ook last van pure ademnood. Traantjes werden weggepinkt, brokken in de kelen doorgeslikt. Godallemachtig. Dit ging alle kunst te boven. Op onze blote knietjes bedankten we onze lieve Heer. Door zijn dienstverlening zagen we alles anders en voelden we een alles-omvattende, mysterieuze verbondenheid. Het Bushyisme bracht ons in extase. Met Hem voelen we ons veilig en comfortabel. Hij is onze redder in nood. Hij blijft ons altijd bij, Hij is onze hoop in bange dagen.

Onder het volle maanlicht struinden we langs de kust. Het was allemaal kraakhelder. Met een glimlach keken we omhoog. Kijk Hem dan. Bekijk het orakel wat ons zonder drietrapsraket ver langs Mars schoot. We waren ergens in het grote nergens van de Melkweg. Het sterrenstof gierde door mijn lijf. Ik rook, proefde en voelde het. Wederom hoorde ik stemmetjes. ‘Verken vol overgave dit stukje kosmos. Strip je ego en ga los. Bewandel die stranden, beklim die duinen, duik in die bosjes. Ervaar het paradijs. Verdwaal en geniet ervan.’ Machtig mooi hoor. Veel mooier dan alsmaar nuchter blijven en zandkastelen bouwen. De brave burgers uithangen doen we binnenkort weer. Even een uitstapje naar het zogenaamd echte leven maken. Niet te lang hoor, ben je gek. Een wildsafari dient kort maar krachtig te zijn. Eerst maar eens goed uitslapen van deze nachtbrakerij. Dus. Morgen weer een biertje doen? Moet kunnen toch. Dat dan weer wel.  

Bier drinken mag maar de wereld completer ervaren kan écht niet, ontmoedig en criminaliseer die rotzooi

> Klik hier voor het totaaloverzicht als dit verhaal naar meer smaakt <

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

%d bloggers like this: