”Jack! Bob! Waar zijn jullie?!”. Een reactie op mijn gegil bleef uit. Hmm… Dan maar bovenop de heuvel rondneuzen. Terwijl ik omhoog liep doemde een eindeloze vlakte op. Godallemachtig. Dus dit is het dan, helemaal moederziel alleen op de wereld zijn. Vol ontzag staarde ik naar de Outback. Een leegte zo bizar dat ik er knallende koppijn van kreeg. Met acute ademnood stond ik aan de grond genageld, met een kippenvel die bijna zeer deed. Terwijl ik mijn gortdroge keel probeerde te blussen drukte de zwaartekracht op mijn verbrandde knieën. Moeder natuur kent geen genade. In dit dorre stuk Aarde is geen sloop- en bouwwoede, geen overbevolking, Uber of thuisbezorgd.nl. Enkel verschroeide struikjes en een verdovende stilte. Aangewaaide buitenstaanders moeten hier op hun tellen passen. Zonder de moderne trukendoos zouden ze als een plofkip aanbraden. Heel even wou ik onze veilige haven opzoeken. Maar mijn opkomende zonnesteek zette me met beide voetjes op de grond. Tevens liet het me existentiële vragen onder ogen zien.
Waarom zijn we hier?
Waar gaan we heen?
En nog veel meer van dit soort bla-bla-bla vragen… Gaap.
Opeens zag ik mijn maten in de verte lopen. Ik slaakte een zucht van opluchting en snelde erop af.
”Waar waren jullie nou? Ik heb me de pleuris gezocht!”
”Wij? Waar was jij? We liepen bij elkaar en opeens was je weg. Te hard aan het spacen zeker?”, zei Bob
”Oh dat zeker!”, zei ik en ze schoten in de lach. ”Mijn god, wat een plek hè? Jullie nog iets bijzonders ontdekt?”
”Ja! Kom, ik laat het je zien”, zei Jack glunderend.
Even later komen we bij een nest aan. Er liggen enorme emoe eieren in.
”Mooi hoor. Maar ik denk dat de vader dit niet zo tof gaat vinden”
”Die is nergens te bekennen joh. Ze zijn zó licht… voel zelf maar”
Vertwijfelend kijk ik ernaar. Wat zouden Aboriginals van zo’n misdraging vinden? Mijn nieuwsgierigheid verdrong die vraag rechtstreeks naar de Droomtijd.
”Oké, waarom ook niet… we zijn toch op vakantie”, zei ik droogjes
Zodra ik een ei oppakte voelde ik het universum uitdijen. Ik was even helemaal weg van dit briljante stukje sterrenstof, helemaal verloren in een intiem moment van onvatbare en allesomvattende connectie. Wauw! Dit – is – hét!
”Jongens… Dit is de zin van het leven… Eieren uitbroeden met een zegeltje op”
Met buikpijn van het lachen legde ik het ei terug. Door een eerdere aanvaring met een emoe was ik er allerminst gerust op. Om nog maar te zwijgen over de slangen die hier ook leven. En de spinnen, schorpioenen of andere moordbeesten.
Iets verderop pakte Bob zijn schrift. Ik ging naast hem zitten en zag gelijk een duidelijk patroon op zijn lege pagina. Allemaal leuk en aardig. Toen mijn Vlaamse maat eenmaal begon te tekenen keek ik er met grote koeienogen naar.
”Gast… Geloof het of niet… Maar wat je tekent zie ik al op het papier voordat het er staat”
Even keken we elkaar indringend aan.
”Echt?! Maar…. hoe dan?”
”Geen idee. Ik snap er niks van”
Na een tijdje de hersenen pijnigen snapte ik er nog steeds niks van.
”Eigenlijk hé… hoeft niet alles gemeten of gelabeld te worden. Typisch menselijk hokjesdenken en verklaringsdrift”
”Precies. Mooi toch”, antwoordde hij terwijl hij stug door tekende.
”Toch zet het je aan het denken. Wat denken we nou écht te weten? Over het leven, deze realiteit of wat dan ook?”
Hij haalde zijn schouders op en keek me glimlachend aan. Juist ja. Gewoon loslaten en het niet weten accepteren.
Na zonsondergang liepen we terug naar onze terreinwagen. Mijn uitgehongerde handlangers begonnen gelijk te kokkerellen. Aan mij de eer om een fikkie te stoken en lauwe biertjes uit te delen. Tijdens het uitbuiken liet ik mijn gedachten de vrije loop.
”Dat ei was vergelijkbaar met de fossielen van Maria Island. Ze vasthouden en de voorouders eren was ook zo… episch”
”Ja man… intense zooi”, zei Jack
”En nu, hoe moet het nu verder?”
”Wablief?”
”Hoe kan je, na al dit soort fratsen, ooit teruggaan naar een vastgeroeste en zaaddodende carrière? Naar iets zonder passie, verbinding of zingeving?
”Het echte leven dus. Eh… niet”, zegt Jack boerend.
”De wereld heeft zoveel meer te bieden. Waar is al die bewijsdrang, verzamelwoede en controlezucht nou goed voor? Zoveel doelloosheid voor een paar rotcenten en zogenaamde zekerheid”
In stilte keken we naar de sterren en het kampvuur.
”Ik weet niet eens of ik terugga naar Nederland”, vervolgde ik. ”Thuis is alles zo dichtgetimmerd. Alles is op afspraak, voor banen moet je voldoen aan een hele rits vereisten, zelfs tijdens uitgaan hangt vaak een bedrukkend ons-kent-ons sfeertje en iedereen is altijd maar druk. Druk met bezigheidstherapie, aanwezigheidsplicht of wat dan ook. Geen wonder dat ik zo moeilijk kon aarden. Zo fantasieloos en klinisch allemaal… Zucht. Naar mijn idee hebben mensen iets essentieels verloren in dit systeem. Ik wil gewoon niet in die onzin worden gezogen!”
”Dat hoeft ook niet. Haal je voordeel uit de moderniteit en doe verder je ding. De juiste keuzes en aandacht, dat is alles wat je kan doen”
Eventjes staar ik naar het Belgische kenteken van Bob zijn motor. Ik knoopoog naar hem.
”Helemaal waar. Maar voel jij nooit die strijd dan? Vraag je je niet af hoe je leven eruit zal zien na deze reis?”
”Ga ik me nu niet druk om maken. Dat zien we dan wel weer”
”Weet je, je hebt gelijk. Onderaan de streep zijn we ook maar apen op een rondtollende rots”
Onder luid gebrul proostten we. Echt welverdiend na zo’n winstgevende dag op de zaak.
Na urenlang openhartig gebabbel lag ik in mijn slaapzak deze doodnormale dag te verwerken. Tevens dacht ik aan die ene prangende vraag :
En nu, hoe moet het nu verder?
Geen idee. Slaap lekker.
Naast rust en inzicht geeft niet weten ook een fijn gevoel om de hoofdmaatschappij van je af te laten glijden
> Klik hier voor het totaaloverzicht als dit verhaal naar meer smaakt <